Het beeld over de millennial lijkt verdeeld. Enerzijds worden ze afgeschilderd als verwend, individualistisch of zelfs narcistisch met een onrealistisch idee alles te kunnen worden wat ze willen. Anderzijds willen zij een bijdrage leveren, impact hebben en is zingeving belangrijker dan geld verdienen. Zij zijn de eerste generatie voor wie de klimaatcrisis een niet te ontkennen deel van het dagelijkse leven uitmaakt en zij worden geconfronteerd met de veranderende machtsbalans in de wereld.
Ik ging in gesprek met millennial Giulia Hetzenauer, 27 jaar oud en sustainability consultant,over hoe zij verantwoordelijkheid voelt en neemt voor haar missie; een betere wereld.
Waar ligt jouw focus?
Guilia Hetzenauer: “Dat vraag ik me soms ook af. Hoe meer ik mijn focus probeer te richten op het onderwerp, hoe meer ik zie hoeveel erop ons afkomt en me afvraag wat we nu nog niet kunnen overzien. Ik maak me zorgen over hoe weinig hier op grote schaal aan gedaan wordt en waar we volgende generaties mee opzadelen.”
“Al op jonge leeftijd was ik geïnteresseerd in wereldproblemen, wilde ik andere mensen helpen en vrijwilligerswerk doen. Waar gaat het echt om in de wereld en over welke dingen moet je je druk maken? Met de jaren werd het steeds duidelijker dat ik hier ook op professioneel niveau werk van wilde maken. Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat bedrijven zich moeten gaan inzetten voor een betere wereld. Want enkel met het indraaien van een ledlamp komen we niet ver genoeg. We moeten de economie anders inrichten. En daar ben ik in mijn studie steeds meer naartoe gegroeid: bedrijven die worstelen met deze omslag te helpen de juiste focus te vinden.” “Hoe ouder ik word, hoe minder ik zeker weet. Ik voel me heel goed om bij te dragen aan duurzaamheid. Maar ook: doe ik wel genoeg? Ik heb maar zo weinig invloed, terwijl een enorme impact nodig is. Dan vraag ik me af hoe ik dat naar anderen kan vertalen. Het is juist nodig om richting te geven aan al die kleinere stapjes die we allemaal maken, terwijl ikzelf het grotere overzicht mis. In die zoektocht volg ik mijn intuïtie. Wat voor mij goed voelt, daar wil ik me graag voor inzetten en daar heb ik ook de kracht voor.”
Jij hebt er dus bewust voor gekozen om je professioneel in te zetten om bedrijven te helpen bijdragen aan een betere wereld.
“Natuurlijk is dat een rode draad in mijn leven, maar het zijn ook de situaties die zich voordoen. Ik kan nu werken in bedrijven die zich richten op duurzame producten of bedrijven helpen wensen ten aanzien van duurzaamheid te realiseren. Dat is niet altijd makkelijk of leuk, maar als bedrijven die ambitie hebben, wil ik daar graag bij helpen. Ik krijg daar ook veel energie van. Ik help bedrijven zoals anderen mij soms ook helpen als het om hun expertise gaat.”
Is het iets dat je van huis uit meegekregen hebt?
“Nee, thuis kreeg ik mee dat dingen logisch moeten zijn. Als ze niet logisch zijn dan is er iets mis. Wij hadden aan tafel altijd heel volwassen gesprekken – mijn broers zijn veertien en zestien jaar ouder – en er was volop ruimte om te discussiëren. Daardoor heb ik geleerd ook moeilijke vragen te stellen. Duurzaamheid was echter geen onderwerp dat speelde in mijn familie. Het was vooral mijn persoonlijke interesse in grote en kleine vragen: Wat betekent het om ‘sustainable’ te zijn? Wat hebben we nodig om tezamen een zo fijn mogelijke wereld te creëren?” “Soms heb je zo’n punt in je leven dat alles samenvalt. Ik had dat toen ik het artikel Creating Shared Value van Michael Porter (2011) las. Op dat moment wist ik: dit is waar ik aan wil werken, hier voel ik me thuis.“
Kun je zeggen dat je heel erg uitgedaagd wordt om je nieuwsgierigheid en betrokkenheid om te zetten in concrete stappen?
“Het geeft mij een nuttig gevoel: misschien maakt dat wat ik doe het verschil. Die ‘misschien’ houdt een slag om de arm in, maar dat is een risico dat ik durf te nemen. Ik wil me er met hart en zielvoor geven. Ik heb liever dat ik, als mijn lichtje uitgaat, kan zeggen dat ik iets heb bijgedragen, dat ik iets goed heb achtergelaten dan dat ik alleen maar gewerkt heb aan een leven voor mezelf. Hoewel dat natuurlijk ook belangrijk is: een goed leven voor mij en mijn familie opbouwen.”
Hoe pakt dat bij willen dragen aan een grotergeheel uit in de corporate wereld?
“Ik kom heel veel interessante mensen tegen en er is altijd wel iemand bezig met duurzaamheid. Deze mensen zijn daar allemaal gepassioneerd over. Dat vind ik heel leuk.” “Het is natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn. Ik kom in bedrijven die al jarenlang in een vast stramien functioneren en bepaalde zaken heel belangrijk vinden. Toch moet er dan ergens ruimte komen om dingen om te gooien. Er moet een nieuwe meetstructuur gemaakt worden om op een andere manier impact te meten en op een andere manier sturing te geven aan de richting van het bedrijf. De ambities zijn er vaak wel en kunnen gemakkelijk geformuleerd worden, maar de doorvertaling naar tactische en operationele zaken, dat is vaak een kwestie van twee stappen vooruit, een stap terug. Dat is de dans die ik doe.”
Hoe is het voor iemand zoals jij, die vaart wil maken, om in die dans te zitten?
“Soms slurpt dat energie en raak ik teleurgesteld. Maar ik heb een opgeruimd karakter: morgen is er weer een nieuwe dag en gaan we het gewoon opnieuw proberen. Het komt wel. En dan komt het ook. Vaak ontstaat er als vanzelf een situatie waardoor het duidelijk wordt dat bepaalde beslissingen genomen moeten worden, dingen anders gedaan moeten worden. Door alle muren heen willen breken maakt meer kapot dan je lief is. Je krijgt dan weerstand om de weerstand.” Dit leidt weg van het grotere doel.
Je loopt tegen de grenzen van de veranderbaarheid aan?
“De urgentie voelen, vervolgens de beslissing nemen en de stappen maken, dat blijft een hobbel. Vaak wordt gezegd: dat pakken we later wel op. Maar je moet ergens beginnen, nu. Dan is het maar niet helemaal passend, dan maak je maar fouten, maar je moet beginnen. Dat is de zoektocht. En voor mij een enorme leerzame ervaring.”
Heb je voor jezelf een beeld van waar je naartoe wil?
“Ik heb een duidelijk beeld van wat ik in mijn bedrijf teweeg wil brengen en wat ik wil volbrengen. Ik ben dit aangegaan en ik wil het ook graag afmaken; daar voel ik me verantwoordelijk voor. Uiteindelijk wil ik het proces voor nog veel meer bedrijven op gang brengen en de sustainable development goals op een steeds betere manier bij steeds meer bedrijven werkbaar en gangbaar maken. Daarmee hoop ik die ‘misschien’ – misschien maak ik het verschil – te veranderen in ‘zeker weten’.”
Wanneer is het af?
“Als ik niet meer nodig ben. Bij de organisatie waar ik nu werk hebben ze heel veel ervaring en kennis die kan bijdragen aan sustainability, maar die kennis en ervaring is nog niet verweven in hun businessmodel. Ik streef ernaar dat alle collega’s zich ervan bewust zijn dat bij iedere beslissing die in het bedrijf genomen wordt, sustainability een kernwaarde hoort te zijn. En dat dat vervolgens een automatisme wordt en dat niemand – zoals ik nu – daar met een speciaal oog naar hoeft te kijken.”
Heb je een concreet voorbeeld van een tegenslag?
“Wij zijn een bedrijf dat zichzelf in de markt wil zetten met sustainability omdat we daar echt kwaliteiten voor in huis hebben. Maar we worden nog niet altijd als zodanig gezien. Dus het is moeilijk om daar de eerste stap in te zetten en referenties op te bouwen. Dat betekent dat we dan soms een opdracht niet krijgen, terwijl ik ervan overtuigd ben dat wij de juiste expertise kunnen bieden die er juist dan nodig is.”
Zie je verschillen tussen de generaties?
“Ik zie dat de millennials willen bijdragen en zelf willen meebouwen. De generatie daarboven, die vindt het heel goed dat eraan wordt bijgedragen. Die hoeven er zelf niet zo nodig aan mee te bouwen, ze vinden het alleen belangrijk dat het gebeurt. En dan zijn er een aantal mensen in de generatie daarboven, zoals in de directie van mijn bedrijf, die zeggen: ik wil dit traject aangaan en het risico nemen. Maar dat zijn er niet veel. Je zou kunnen zeggen: hoe jonger de generatie, hoe meer ze er zelf mee bezig willen zijn, eraan willen bouwen en hoe normaler het is dat het in hun dagelijkse leven een rol speelt.”
“We hebben de afgelopen twintig jaar steeds meer geleerd wat de gevolgen zijn van de dingen die we doen. De wetenschap die er ontwikkeld is sinds het rapport van de Club van Rome mgeeft ons nu ook handvatten om echt dingen te doen. Dat vind ik het interessante aan onze tijd. De informatie is er. Wij kunnen kiezen: dit stukje wil ik voor mijzelf oppakken. Omdat wij zoveel informatie ter beschikking hebben, durven we ook meer vragen te stellen. Als je niet voldoende achtergrondinformatie hebt, zoals eerdere generaties, kun je wel een gevoel hebben maar ben je niet zeker omdat je het niet kunt onderbouwen. Op het moment dat je die informatie wel hebt, kun je zeggen: dit zijn de feiten, waarom wordt hier niks aan gedaan?”
“Ik denk dat mijn kinderen in de toekomst veel bewuster zullen opgroeien dan wij. Hoe gaan we met dieren om, hoe gaan we met de omgeving om, welke keuzes kan ik maken? Mijn kinderen leren van wat ik zelf goed en niet goed doe. Ik hoop wel, dat ik ze daarin ook echt de keuze kan laten, want een vrije keuze vind ik heel belangrijk.”
Hoe kunnen coaches bijdragen aan deze ontwikkeling?
“Het is belangrijk dat wij het proces leren begrijpen en leren omgaan met tegenslagen. Ik denk dat het fijn is dat een coach met je in gesprek kan gaan over wat er in je leeft. Soms leven er dingen in me en heb ik tijd en aandacht nodig om dat naar buiten te laten komen en te besluiten: hier moet ik mee aan de slag. En bij tegenslag: wat heb ik hiervan geleerd? Het gaat nu niet lekker, maar wat kan ik doen om het wel weer lekker te laten lopen? Welke stap ga ik nu nemen? Die ondersteuning in mijn pionieren is denk ik heel belangrijk. De coach kan daarbij putten uit ervaring van andere processen die dezelfde elementen in zich hebben.” “Het is belangrijk dat er bij coaches aandacht is voor people, planet en profit. Omdat de coach wat verder van mijn dagelijkse werkelijkheid af staat, kan hij me helpen om mijn ontwikkeling in een breder maatschappelijk en economisch perspectief te plaatsen.”
Tot slot
Het eerder geschetste beeld van de millennial wordt deels bevestigd. Het valt me op hoe zelfbewust, praktisch en idealistisch de houding is waarmee Giulia haar doelen verwoordt. Haar gevoelde maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt gekleurd door het zelfbeeld en de verwachting dat zij het verschil moet, kan en zal gaan maken. Ik ben ruim een generatie ouder dan de millennial, met inmiddels de persoonlijke ervaring dat de maakbaarheid van de samenleving een behoorlijk weerbarstig proces is, beïnvloed door machtsstrijd en politieke verhoudingen. Hoe vind ik met mijn coachee het evenwicht tussen die weerbarstigheid en de verantwoordelijkheid die door de coachee wordt gevoeld en ingevuld met de verwachting individueel te kunnen presteren in de wetenschap dat er inderdaad in deze en komende generaties een verschil moet worden gemaakt?
Ericka Kuyters – Is redactielid van het Tijdschrift voor Coaching.