DE BINNENKANT

Kennisplatform Organisatieontwikkeling & -advies

Het hele verhaal vertellen

Jonge wereldverbeteraars

Inleiding

Voor het derde interview in de reeks Jonge wereldverbeteraars rijd ik op een druilerige zondagmorgen naar de rand van Amsterdam. Ik ga op bezoek bij Milka Yemane, oprichter en directeur van Stichting Lemat. Deze stichting ondersteunt Eritrese statushouders bij hun inburgeringsproces door trainingen, coaching en voorlichting van zowel de statushouders zelf als van (overheids)instanties die met deze statushouders te maken hebben. Op mijn vraag of ik haar mocht interviewen, antwoordde de Eritrees-Nederlandse Yemane: “Wat leuk, maar ik voel me geen wereldverbeteraar en ik doe het niet alleen.”

Door het werk van Milka Yemane leren mensen elkaar kennen en gaan ze de uitdaging aan om de ander te begrijpen. Ik vind dat iedereen die werkt aan het leggen van die verbinding, hoe klein ook, een wereldverbeteraar is.

Ericka Kuyters

Over Milka Yemane…

Milka Yemane is geboren in Eritrea, en ze was bijna zes jaar oud toen haar ouders inhet begin van de jaren 90 met haar naarNederland vluchtten. Ze kwamen terecht in het asielzoekerscentrum (azc) in Veendam en kregen vervolgens een woning in Assen toegewezen, waar Milka opgroeide. Ze studeerde sociaal juridische dienstverlening in Rotterdam, werkte een jaartje bij de afdeling inburgering van de gemeente Gouda en rondde haar studie af met een master internationale betrekkingen en politicologie in New York. Toen ze in 2014 terugkeerde naar Nederland kwam juist een grote instroom van vluchtelingen op gang, met een piek in 2015. Ze solliciteerde bij het Centraal  Orgaan opvang asielzoekers (COA) en kon snel aan de slag.

Opgroeien als vluchteling
Hoe was het om op te groeien in Assen?

Milka Yemane: “De wijze waarop ik ben opgegroeid in Assen met onze Nederlandse buren als ‘opa en oma’ en een ‘oom en tante’ die we leerden kennen via de kerk, kun je typeren als ware integratie. We werden opgenomen in een soort familie en hoorden erbij. Het was toen makkelijker dan nu. We  waren een van de weinige donkere gezinnen in een wijk. Qua kleur en afkomst vielen we op. In de vakanties gingen we naar kennissen en vrienden in Amsterdam en Rotterdam. Ik kan me herinneren dat ik het zo fijn vond om mensen te zien die er hetzelfde uitzagen als ik. Ik denk dat ik daarom ook naar Rotterdam ging studeren, in plaats van naar Groningen zoals iedereen om me heen.”

“Terugkijkend had ik niet in Rotterdam willen opgroeien. Ik denk dat ik heel veel mooie dingen heb meegekregen in Assen. Het was er niet altijd makkelijk als een van de weinige donkere mensen te wonen, maar het heeft me geleerd om voor mezelf op te komen: ik was altijd trots op mijn afkomst. Het maakte niet uit dat niemand het snapte en niemand überhaupt wist waar Eritrea lag. Mijn vriendinnengroepje bestond uit Turkse, Irakese en Somalische meiden, met wie ik nog steeds heel goed bevriend ben. Niet dat we dezelfde afkomst hadden, maar we deelden het gevoel een vreemde eend in Nederlandse bijt te zijn. En als je het niet al voelde, dan werd het je wel duidelijk gemaakt, bijvoorbeeld door leraren die je niet begrepen.”

Werken als ambtenaar
Na je studie ben je als ambtenaar aan de slag gegaan. Hoe was dat?

“Eritreeërs waren de op een na grootste groep vluchtelingen en vaak heel jong. Dat kwam dichtbij. Mijn ouders waren de eerste generatie die met mij vluchtten tijdens de oorlog tussen Eritrea en Ethiopië in de jaren 80 en 90.”

“Bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers kwamen zowel Eritreeërs als collega’s naar mij toe met vragen. Ik kwam erachter dat heel veel dingen die misverstanden veroorzaakten aan cultuur  gerelateerd waren. Wat voor mij inmiddels heel logisch was, bleken struikelblokken te zijn bij inburgering. Als je bijvoorbeeld Eritreeërs lesgeeft dan vragen ze heel weinig en kijken de docent niet aan. Dat komt bij Nederlanders passief of nonchalant over, maar in de Eritrese cultuur kijk je een docent niet snel aan en het stellen van veel vragen is ook niet gepast.”

 “Toen ik de Eritreeërs die naar woningen waren verhuisd opzocht, zeiden velen dat ze liever teruggingen naar het  asielzoekerscentrum omdat er zo veel op hen afkwam: brieven, toeslagen en regels. Eritreeërs zoeken elkaar op omdat het zo vreemd is hier, maar ook omdat het de cultuur is: je doet eigenlijk alles samen. Het is een wij-cultuur: leven doe je samen. En als je dan ergens komt waar het onbekend is, dan zoek je elkaar nog meer op.”

“De jonge mensen van de huidige instroom zijn niet gedigitaliseerd en hebben onderweg heel veel verschrikkelijke dingen meegemaakt. En dan kom je hier: alles is vreemd, je hebt last van trauma’s door de nare herinneringen. Je hebt heimwee en mist de wij cultuur waarin je bent opgegroeid. Eigenlijk gun je deze jonge mensen vooral ouders na zo’n moeilijke tijd. Maar die zijn er dus niet.  Ze moeten zich zien te handhaven in een individualistische cultuur. Nederland werkt echt compleet anders dan Eritrea.”

“Ik dacht: het is niet eerlijk dat er een negatieve beeldvorming ontstaat door een cultuurkloof en gebrek aan  vaardigheden. Eritreeërs zijn volgens Nederlandse normen vaak laagopgeleid. Ik houd meer van de omschrijving ‘anders opgeleid’: ze hebben zich een vak eigengemaakt door te doen. Als je dus dingen voordoet op de werkvloer, leren zij veel makkelijker. Wij Nederlanders zijn gewend te leren via de schoolroute en dan ontwikkel je schoolse vaardigheden. Als je die vaardigheden niet hebt opgedaan, is het best wel moeilijk om je via de theoretische leerroute iets eigen te maken.”

Stichting Lemat
Jij hebt samen met je moeder de stichting Lemat opgericht. Hoe ging dat?

“Mijn moeder en ik vonden dat we iets moesten doen om de kloof te verkleinen. Destijds werkte ik al geruime tijd bij het COA en daar mocht ik inmiddels ook trainingen opzetten. Dat ging best goed en andere asielzoekerscentra  wilden die wel overnemen. Een collega zei: ‘ja maar Milka, als er zo veel te doen is en je ziet eigenlijk dat het zo goed werkt, waarom richt je dan geen stichting op?’ Ik dacht een stichting? Nooit over nagedacht!”

Ik kreeg enorm veel steun. Een collega had een stichtingsplan en informatie voor me, haar partner kon een website maken, een vriend van mijn broer maakte mijn logo, en een ander had weer een neef die notaris was: allemaal mensen die erin geloofden. In december 2015 schreven we de stichting officieel in. Ik heb ontzettend veel gehad aan mijn netwerk, want je hebt uiteindelijk een team nodig om je missie te volbrengen.”

“Ik had duidelijk voor ogen wat wij als stichting wilden: lobbyen bij overheid en voorlichten, praktische trainingen, empoweren. Er moet ander beleid gemaakt worden. We moeten rekening houden met waar mensen vandaan komen, wat hun behoefte is en duurzaam investeren zodat we ook duurzaam resultaat kunnen krijgen.”

“Zo is de inburgeringscursus digitaal ingestoken en er wordt verwacht dat mensen uit rurale gebieden een belangrijk examen met goed resultaat afronden, met behulp van een tool die hen totaal niet eigen is. Als je het per se digitaal wilt doen, moet je eerst investeren in die vaardigheden. Of je moet ook andere manieren faciliteren om dat examen af te leggen. Ik wil gewoon dat er meer maatwerk komt, want het is onmogelijk om alle vluchtelingen in een one-size-fits-all format te droppen. Dat is veel te simpel: een Syriër uit een ontwikkelde stad als Damascus en een vluchteling uit een ruraal gebied in Eritreaverschillen enorm van elkaar. Als je er zo mee omgaat, is Nederland voor veel vluchtelingen bij voorbaat op slot. Wij willen alle vluchtelingen een eerlijke start bieden met een systeem dat aansluit en begeleiding door cultuursensitieve professionals.”

“Al snel sloten zich mensen bij onze stichting aan en nu werken we met 30 mensen, onder wie veel vrijwilligers, ook Nederlanders. Onze trainers zijn allemaal Eritreeërs en zij gaan het land in voor empowermenttrainingen. Zij leren bijvoorbeeld aan Eritreeërs: als je geen vragen stelt, gaan mensen in Nederland  ervanuit dat je het wel snapt. Dus het is belangrijk om je assertiever op te stellen. We trainen hen hoe dat te doen, heel praktisch: hoe sta je, hoe kijk je. We leggen uit hoe en waarom Nederland zo werkt als het werkt en wat zij daarin kunnen doen. Een Eritreeër zal niet snel zeggen: hier ben ik goed in. Dat is heel anders dan in bijvoorbeeld de Syrische cultuur die veel meer trots kent. Een Eritreeër is veel eerbiediger, dat soort dingen zeg je niet over jezelf. Wij leren hen: dit moet je echt gaan aanpassen anders denken Nederlanders  dat je niks kan. Dus kom maar, oefen maar, ga maar voor de groep staan.”

“We kijken voortdurend hoe we met de cursisten verbindingen kunnen leggen naar  andere organisaties en activiteiten in de buurt. Ons uitgangspunt is: integreren doe je samen.  Als we ons allemaal insluiten in onze eigen groep, gebeurt er niets.”

Twee werelden
Hoe is het voor jou om eerst als ambtenaar te werken en nu vanuit je eigen stichting met vluchtelingen te werken?

“In de beginfase van Stichting Lemat werkte ik ook nog bij het COA. Op een gegeven moment was ik altijd aan het werk en moest

dus kiezen. Bij het COA kon ik veel doen en  werkte ik met fijne collega’s in een team. Maar ik ervoer ook dat een kleine organisatie in direct contact met gemeenten snel resultaten kan boeken. Het afscheid van het COA was bitterzoet, maar toen ik eenmaal weg was voelde ik me vrijer: ik kan nu gewoon zeggen wat ik wil. We hebben als stichting de vrijheid om ideeën snel en concreet op te zetten.”

Hoe is het voor jou om zowel in de individualistische gemeenschap als in de wij-cultuur te leven?“Als ik bij Eritreeërs ben voel ik me Nederlander, en omgekeerd. Ik probeer het beste te nemen van beide werelden. Wij, die hier zijn opgegroeid, leren behalve de taal ook veel meer over de Nederlandse cultuur. Dat kunnen we overbrengen aan de Eritreeërs, die hun eigen rijke, mooie cultuur met zich meedragen. Ook daar ben ik heel blij mee. En we leren over veerkracht: dat na alle gruwelijkheden die deze vluchtelingen hebben meegemaakt ze ook weer kunnen lachen en voor een ander  klaar kunnen staan. Dat is ongelofelijk.

Het hele verhaal vertellen

Hoe zie jij je toekomst? Wat is jouw rol in het proces van migratie?
“Migratie is van alle tijden. De politiek maakt er een moeilijk vraagstuk van door op angst in te spelen. Als we naar de geschiedenis

kijken dan zien we dat er altijd mensen ‘onderweg’ zijn geweest. In het verleden waren er perioden dat zonder problemen grote

getalen vluchtelingen instroomden. De media hebben een belangrijke rol gespeeld. Mensen hebben een beeld op hun netvlies van grote  boten vol vluchtelingen en mensen die het land overnemen. Ik denk dat rechtse politici dit beperkte beeld gebruiken om angst te  zaaien: grenzen dicht, we moeten voor onszelf zorgen waar het woningen en voorzieningen betreft. Maar die problemen rond het gebrek aan woningen waren al opgebouwd voor de vluchtelingencrisis.” “Ik was in september in Oeganda, dat 1,4

miljoen vluchtelingen opvangt. We spreken in Europa over opvang in de regio, maar we weten veel te weinig over de feiten daaromtrent. Hoeveel Europese bedrijven zijn in Afrika gehuisvest en voeren er discutabele zaken? Migratie vindt plaats tussen alle werelddelen.  Het hele verhaal vertellen, daar gaat het om.”

Lemat vertelt het hele verhaal op kleine  schaal. Zie je jezelf dat ook op grotere schaal doen?
“Ik vind dat interessant en word ook wel uitgenodigd om te spreken, onlangs nog in Brussel. Ik heb afgelopen jaar meerdere workshops gevolgd bij de EU om te kijken hoe dat werkt.  Ik heb met Lemat gekozen voor de praktische insteek. Het allerliefste wil ik dat we als team doorgaan met de praktische dingen die we doen, de trainingen, empowerment, bewustzijn kweken en landelijk beleid beïnvloeden. Het grote lobbyen is toekomstmuziek.”

Kan de coachwereld iets aan jullie werktoevoegen?
“Wij kunnen ondersteuning gebruiken omdat we vluchtelingen met een heftige geschiedenis  begeleiden. Met name tolken en trainers komen via de rechtbank met ernstige misstanden in aanraking. Het is fijn om dan iemand te spreken die er echt even voor jou is.” In deze drie interviews heb ik mij gemengd in de wereld waarin de millennials leven en werken. Zij moeten dealen met de klimaatcrisis en de veranderende machtsbalans in de wereld. Ik ben ontroerd en geïnspireerd door deze drie mensen die met zo veel liefde, hoop en geloof in zichzelf, een bijdrage leveren door onze urgente problemen ieder op hun eigen manier te lijf gaan. 

Meer informatie www.stichtinglemat.com

Ericka Kuyters is zelfstandig coach en eigenaar van lifelab. Daarnaast is ze redactielid van het Tijdschrift voor Coaching.
www.lifelab.nu

logo kloosterhof

Adres

Menu

Nieuwsbrief